Chilipoeder is een poeder van gedroogde chilipepers, soms aangevuld met andere specerijen. Het wordt gebruikt om gerechten pittiger te maken en komt veel voor in de Aziatische en Latijns-Amerikaanse keuken.

Kerrie is een in de keuken gebruikt mengsel van specerijen, en ook wel de naam voor de daarmee bereide gerechten, maar in dat geval wordt over het algemeen alleen de benaming ‘curry’ gebruikt. Het woord 'kerrie' is een verbastering van het Tamil-woord kari (Engels: curry), dat saus betekent.

Onze anijszaden, verzameld op het hoogste punt onder de Andalusische zon, geven een vluchtige en bloemige geur die doet denken aan zoethout. Gebruik gemalen anijs in thee, biscotti, snoep en rosquilla's, de traditionele Spaanse Eastertide-donuts.

Fenegriek geeft een subtiele zoete smaak aan augurken en chutneys. Het woord fenegriek komt uit het Latijn dat betekend Grieks hooi'. Hele fenegriek zaden zijn hard en dicht, waardoor ze moeilijk thuis te malen zijn. 

Kaneel is een specerij bestaande uit de binnenbast van de scheuten van de kaneelboom. Er bestaan vele varianten, maar de belangrijkste zijn de ceylonkaneel of echte kaneel (Cinnamomum verum, synoniem: Cinnamomum zeylanicum) en de cassia of kassie (Cinnamomum cassia). Cassia is wat branderiger en zoeter dan ceylonkaneel. Kaneel wordt in stokjes verkocht. Het kaneelpoeder dat in de keuken wordt gebruikt bestaat meestal uit gemalen cassia, waar soms wat gemalen ceylonkaneel aan toegevoegd is.

Van alle specerijen ter wereld is kardemom misschien wel het moeilijkst te omschrijven. Bloemig en toch aards, krachtig en toch delicaat, deze gemalen versie is essentieel voor gebakken producten zoals de beroemde Finse pulla en de Zweedse kardemummabullar.

Komijn (Cuminum cyminum) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De plant wordt toegepast als specerij met een lichte nootsmaak, afkomstig van een plant met fijne smalle blaadjes die op venkel lijken. De plant zelf heeft dunne stengels die tot 30 cm hoog kunnen worden en lila of witte bloemen hebben. Botanisch gezien zijn de "zaden" eigenlijk een (tweedelige) splitvrucht, net als bij karwij en andere schermbloemen.

Komijn is afkomstig uit Iran, Syrië, India en Turkije. De plant groeit het best in een zanderige, gedraineerde bodem en in een gebied met een warm klimaat, zoals aan de kust van de Middellandse Zee, waar het kruid aangetroffen kan worden. Een warm klimaat is echter geen vereiste.

Koriander is zowel een kruid (de bladeren) als een specerij (de zaden). Duitse, Pakistaanse, Afrikaanse en Perzische chef-koks gebruiken allemaal gemalen korianderzaad om enorm verschillende keukens op smaak te brengen. Marokkaanse koriander wordt het meest geïmporteerd.

Geroemd om zijn gouden kleur en zijn mosterd achtige smaak, is geelwortel (kurkuma) een belangrijk ingrediënt in curry's en stoofschotels in Azië. Toegevoegd aan gebak of gestoomde melk, geelwortel (kurkuma) is een onverwachte traktatie aan het einde van een maaltijd. 

Mosterd (soms ook mostaard) is zowel de naam voor een plant (de mosterdplant), als voor een in de keuken gebruikt condiment met meestal een scherpe smaak. Het condiment wordt gemaakt uit gemalen mosterdzaden, azijn, water en zout. Ook worden vaak suiker respectievelijk honing, kruiden en/of specerijen toegevoegd, zoals peper, mierikswortel, rozemarijn, knoflook of zelfs lavendel. In navolging van Britse mosterdmakers wordt regelmatig kurkuma toegevoegd voor een intensere gele kleur. De naam komt vermoedelijk van most, het halfvergiste druivensap dat bij de bereiding werd gebruikt.

Nootmuskaat was ooit zo zeldzaam en waardevol dat de Nederlanders Manhattan aan de Britten verruilden voor het enige eiland waarop het groeide. Het heeft een geurige en intense smaak als het vers gemalen is. Tegenwoordig wordt onze gemalen nootmuskaat gebruikt in gebak en custards, en geraspt voor aardappelpuree, ravioli-vullingen en eierkoek.

Sesam (Sesamum indicum, synoniem: Sesamum orientale) is een plant uit de familie Pedaliaceae. De soort hoort waarschijnlijk tot de oudste om de olie gekweekte gewassen van de wereld.

De plant komt oorspronkelijk uit Afrika: het woord sesam komt uit het Arabisch saasim/simsim. Aldaar worden de sesamzaadjes vaak gebrand gegeten, net als pinda's. De wortels van de plant worden in de zomer geoogst en de zaden op het moment dat de omhulsels van de sesam bruin-zwart zijn verkleurd.

Sesam wordt verbouwd in tropische en subtropische gebieden in de gehele wereld, maar vooral in Afrika, Zuid- en Midden-Amerika.